Olie op het vuur: Shell’s rol in klimaatverandering onder vergrootglas in juridisch geschil tegen Milieudefensie

Wat was er ook alweer aan de hand?

In mei 2021 velde de rechtbank Den Haag een historisch vonnis in wat bekend is geworden als de 'klimaatzaak van de eeuw' (ECLI:NL:RBDHA:2021:5337). Milieudefensie betoogde dat Shell aanzienlijke schade aan het klimaat veroorzaakt. Als een van 's werelds grootste vervuilers rust op Shell de verantwoordelijkheid om de samenleving en het klimaat geen schade toe te brengen. Milieudefensie eiste dat Shell zich conformeert aan de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs. Tot grote verrassing van velen willigde de rechtbank deze eis in.

Juridische grondslag voor de zaak

De rechtbank heeft geoordeeld dat Shell een verplichting heeft tot reductie van haar CO2-uitstoot. Deze verplichting vloeit voort uit de ongeschreven zorgvuldigheidsnorm van de onrechtmatige daad, zoals neergelegd in artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Deze norm vindt zijn oorsprong in het beroemde "Kelderluik-arrest" van de Hoge Raad uit 1965. In dit arrest (HR 5 november 1965, NJ 1966/136) werd bepaald dat degene die een gevaarlijke situatie creëert, verplicht is om passende maatregelen te nemen om dit gevaar te voorkomen, tenzij dit redelijkerwijs niet van hem kan worden verwacht.

De criteria die de rechtbank heeft gebruikt om de ongeschreven zorgvuldigheidsnorm in te vullen, zijn gebaseerd op deze principes uit het Kelderluik-arrest. De rechtbank keek naar verschillende factoren, waaronder de beleidsbepalende positie van Shell binnen de Shell-groep, de omvang van de CO2-uitstoot van Shell, de specifieke gevolgen van deze uitstoot voor Nederland en het Waddengebied, en de internationale normen op het gebied van klimaatbescherming.

De rechter oordeelde dat Shell door het veroorzaken van gevaarlijke klimaatverandering mensenrechten schendt. Shell moet dan ook alles doen wat in zijn macht ligt om verdere klimaatverandering te voorkomen.

Rechtsgevolgen en mogelijke impact

Deze zaak markeert een keerpunt, omdat voor het eerst in de geschiedenis van een vervuilend bedrijf een beleidswijziging wordt geëist om de dreiging van gevaarlijke klimaatverandering af te wenden. De uitspraak van de rechtbank plaatst niet alleen Shell, maar ook andere grote spelers binnen de industrie onder het vergrootglas van de publieke verantwoordelijkheid voor klimaatbescherming.

Conclusie en toekomstig perspectief

Hoewel het vonnis van de rechtbank Den Haag een belangrijke mijlpaal vertegenwoordigt in de strijd tegen klimaatverandering, is de zaak nog niet ten einde. Shell heeft aangekondigd in hoger beroep te gaan tegen de uitspraak. Het is nu aan het Gerechtshof om te bepalen hoe deze zaak verder zal verlopen en welke gevolgen het zal hebben voor de toekomst van klimaatbescherming en de verantwoordelijkheid van grote bedrijven zoals Shell.